Vertaling van huiswerk
Voorbeelden in zinsverband
Ik heb veel huiswerk.
J'ai beaucoup de devoirs.
Maak je huiswerk zelf.
Effectue tes devoirs par toi-même.
Heb je je huiswerk gedaan?
Tu as fait tes devoirs ?
Graag morgen het huiswerk inleveren.
Remet tes devoirs pour demain, je te prie.
Heb je je huiswerk gedaan?
Avez-vous fait vos devoirs ?
Hebt gij uw huiswerk al af?
Tu as déjà fini de faire tes devoirs ?
Zult ge deze namiddag uw huiswerk maken?
Vas-tu faire tes devoirs cet après-midi ?
Ik heb zojuist mijn huiswerk afgemaakt.
Je viens de finir mes devoirs.
Hebt gij uw huiswerk al af?
As-tu enfin fini tes devoirs ?
Ze was druk bezig met haar huiswerk.
Elle s'était occupée de ses devoirs.
Vergeet niet dat we huiswerk hebben.
N'oubliez pas que nous avons des devoirs à faire.
Het spijt me, ik ben vergeten mijn huiswerk te doen.
Je suis désolé, j'ai oublié de faire mes devoirs.
Ik ben nog niet klaar met mijn huiswerk.
Je n'ai pas encore fini mes devoirs.
Er is tijd genoeg om dit huiswerk af te maken.
Il y a suffisamment de temps pour terminer ce devoir.
Ik ben te lui om mijn huiswerk te maken.
J'ai la flemme de faire mes devoirs.