Vertaling van supermarkt

Inhoud:

Nederlands
Portugees
supermarkt [m] (de ~), zelfbedieningswinkel, zelfbedieningszaak {zn.}
supermercado
De supermarkt is open.
O supermercado está aberto.
Ik ben naar de supermarkt geweest.
Eu estive no supermercado.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Portugees

De supermarkt is open.

O supermercado está aberto.

Mary werkt bij een supermarkt.

Mary trabalha em um supermercado.

Ik ben naar de supermarkt geweest.

Eu estive no supermercado.

Ze kopen groenten in de supermarkt.

Eles estão comprando legumes no supermercado.

Mijn huis staat dicht bij de supermarkt.

Minha casa fica perto do supermercado.

Tom gaat altijd naar de supermarkt waar Mary werkt.

Tom sempre vai ao supermercado em que Maria trabalha.


Gerelateerd aan supermarkt

zelfbedieningswinkel - zelfbedieningszaak