Betekenis van:
bell ringing

bell ringing
Zelfstandig naamwoord
  • geluid, gebeier
  • the sound of someone playing a set of bells

Hyperoniemen

bell ringing
Zelfstandig naamwoord
  • het bespelen van klokken
  • playing a set of bells that are (usually) hung in a tower

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

bell ringing
Zelfstandig naamwoord
  • het geluid van klokken
  • playing a set of bells that are (usually) hung in a tower

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

bell ringing
Zelfstandig naamwoord
    • persuasion of voters in a political campaign

    Synoniemen

    Hyperoniemen


    Voorbeeldzinnen

    1. The bell is ringing.
    2. Open the door. They are ringing the bell.
    3. I heard the sound of a ringing bell.