Betekenis van:
bow-tie

bow-tie
Zelfstandig naamwoord
  • das die in een strik om de nek zit; das die in een strik om de nek zit; wuft mens
  • a man's tie that ties in a bow

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. Can you tie a bow?
  2. I've forgotten how to tie a bow tie.
  3. He wears a bow tie everyday.
  4. The bow tie gives him an air of extravagance.