Betekenis van:
calling
calling
Zelfstandig naamwoord
- loopbaan; geheel van banen en werkzaamheden
- the particular occupation for which you are trained
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
calling
Zelfstandig naamwoord
- datgene waartoe men zich geroepen voelt; uitnodiging aan predikant
- the particular occupation for which you are trained
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
calling
Zelfstandig naamwoord
- het luid aanroepen
- the particular occupation for which you are trained
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
calling
Zelfstandig naamwoord
- datgene waartoe men zich geroepen voelt
- the particular occupation for which you are trained
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
Werkwoord
Voorbeeldzinnen
- Someone's calling.
- I'm calling you.
- Tom is calling back.
- I'm calling security.
- Who are you calling?
- Stop calling me Tom.
- I'm calling for help.
- I'm calling Tom.
- I'm calling the cops.
- This is Tom calling.
- Tom is calling you.
- I'm calling Boston.
- Thanks for calling.
- Who is calling, please?
- Don't bother calling security.