Betekenis van:
casserole

casserole
Zelfstandig naamwoord
  • vuurvaste lage schaal om gerechten mee te bereiden in de oven
  • large deep dish in which food can be cooked and served

Hyperoniemen

Hyponiemen

casserole
Zelfstandig naamwoord
  • gerecht bereid in de oven
  • large deep dish in which food can be cooked and served

Hyperoniemen

Hyponiemen

casserole
Zelfstandig naamwoord
  • braadpan
  • large deep dish in which food can be cooked and served

Hyperoniemen

Hyponiemen

casserole
Zelfstandig naamwoord
  • eenpansmaaltijd
  • food cooked and served in a casserole

Hyperoniemen

Hyponiemen

casserole
Zelfstandig naamwoord
  • stoofpan
  • large deep dish in which food can be cooked and served

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. There's nothing more delicious than a seafood casserole.
  2. I chopped the onions and put them in a casserole with butter and oil.