Betekenis van:
cleanser
cleanser
Zelfstandig naamwoord
- middel om mee schoon te maken; middel om te reinigen
- a preparation used in cleaning something
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
cleanser
Zelfstandig naamwoord
- middel om mee schoon te maken
- a preparation used in cleaning something
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
cleanser
Zelfstandig naamwoord
- bedrijf dat kleren chemisch reinigt
- a preparation used in cleaning something
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
cleanser
Zelfstandig naamwoord
- schoonmaakartikelen
- a preparation used in cleaning something
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
cleanser
Zelfstandig naamwoord
- cleaner
- a preparation used in cleaning something
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
Voorbeeldzinnen
- The cleanser removed the dirt from the oven.