Betekenis van:
cleansing
cleansing
Zelfstandig naamwoord
- schoonmaak; het schoonmaken v.h. huis
- the act of making something clean
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
cleansing
Zelfstandig naamwoord
- keer dat iets of iem. schoongemaakt wordt
- the act of making something clean
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
cleansing
Bijvoeglijk naamwoord
- cleansing the body by washing; especially ritual washing of e.g. hands
Synoniemen
Werkwoord
Voorbeeldzinnen
- The LDP needs a spiritual cleansing.
- CLEANSING
- Cleansing/surfactant
- Cleansing/Surfactant
- Emulsifying/cleansing
- Cleansing/emulsifying
- Antistatic/cleansing
- Surfactant/cleansing
- Emollient/cleansing
- Tonic/cleansing
- Preservative/cleansing
- Tonic/antidandruff/cleansing/antiseborrhoeic
- Foaming/emulsifying/cleansing
- Buffering/bulking/cleansing
- Antistatic/cleansing/foam boosting