Betekenis van:
clear
clear
Bijvoeglijk naamwoord
- van licht en kleuren; helder
- allowing light to pass through
"clear water"
"clear plastic bags"
Hyperoniemen
clear
Bijvoeglijk naamwoord
- half transparant; doorzichtig
- readily apparent to the mind
"a clear and present danger"
"a clear explanation"
clear
Bijvoeglijk naamwoord
- zeer duidelijk
- readily apparent to the mind
"a clear and present danger"
"a clear explanation"
Hyperoniemen
clear
Bijvoeglijk naamwoord
- duidelijk zichtbaar, hoorbaar
- readily apparent to the mind
"a clear and present danger"
"a clear explanation"
Hyperoniemen
clear
Bijvoeglijk naamwoord
- zo dat je het voor je ziet; mbt. het zien
- readily apparent to the mind
"a clear and present danger"
"a clear explanation"
Hyperoniemen
clear
Bijvoeglijk naamwoord
- helderklinkend
- readily apparent to the mind
"a clear and present danger"
"a clear explanation"
clear
Bijvoeglijk naamwoord
- van vaste of vloeibare stoffen
- readily apparent to the mind
"a clear and present danger"
"a clear explanation"
clear
Bijvoeglijk naamwoord
- vrij van belasting
- (especially of a title) free from any encumbrance or limitation that presents a question of fact or law
"I have clear title to this property"
Synoniemen
Hyperoniemen
clear
Bijvoeglijk naamwoord
- ethisch of rationeel zuiver
- readily apparent to the mind
"a clear and present danger"
"a clear explanation"
Hyperoniemen
clear
Bijvoeglijk naamwoord
- goed waarneembaar; goed waarneembaar; evident; klaarblijkelijk
- allowing light to pass through
"clear water"
"clear plastic bags"
clear
Bijvoeglijk naamwoord
- geschikt, aangenaam om te lezen
- easily deciphered
Synoniemen
Hyperoniemen
clear
Bijvoeglijk naamwoord
- onbezwaard
- readily apparent to the mind
"a clear and present danger"
"a clear explanation"
Hyperoniemen
clear
Bijvoeglijk naamwoord
- clear of charges or deductions
"a clear profit"
clear
Bijvoeglijk naamwoord
- free from confusion or doubt
"a complex problem requiring a clear head"
"not clear about what is expected of us"
clear
Bijvoeglijk naamwoord
- characterized by ease and quickness in perceiving
"clear mind"
Synoniemen
clear
Bijvoeglijk naamwoord
- free of restrictions or qualifications
"a clear winner"
Synoniemen
to clear
Werkwoord
- go unchallenged; be approved
"The bill cleared the House"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
to clear
Werkwoord
- be debited and credited to the proper bank accounts
"The check will clear within 2 business days"
to clear
Werkwoord
- remove (people) from a building
"clear the patrons from the theater after the bomb threat"
Hyperoniemen
to clear
Werkwoord
- bezinken
- make free from confusion or ambiguity; make clear
Synoniemen
- clear up
- crystalise
- crystalize
- crystallise
- crystallize
- elucidate
- enlighten
- illuminate
- shed light on
- sort out
- straighten out
Hyperoniemen
to clear
Werkwoord
- onderrichten
- make free from confusion or ambiguity; make clear
Synoniemen
- clear up
- crystalise
- crystalize
- crystallise
- crystallize
- elucidate
- enlighten
- illuminate
- shed light on
- sort out
- straighten out
Hyperoniemen
clear
Zelfstandig naamwoord
- the state of being free of suspicion
"investigation showed that he was in the clear"
Hyperoniemen
Voorbeeldzinnen
- Right - clear, left - clear..., OK, all clear.
- That's clear.
- Keep clear.
- Speak clear.
- It's clear.
- The morning was clear.
- Tom wasn't clear.
- The explanation is clear.
- Clear the corridor!
- Everything is clear.
- Am I clear?
- That's not clear.
- Let's clear this area.
- Clear up a doubt.
- It's abundantly clear.