Betekenis van:
coffee
coffee
Zelfstandig naamwoord
- drank, bereid door gemalen koffiebonen met kokend water te begieten
- a beverage consisting of an infusion of ground coffee beans
"he ordered a cup of coffee"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
coffee
Zelfstandig naamwoord
- heester waaraan koffiebonen groeien
- a seed of the coffee tree; ground to make coffee
Synoniemen
Hyperoniemen
coffee
Zelfstandig naamwoord
- koffiebonen
- a medium brown to dark-brown color
Synoniemen
Hyperoniemen
coffee
Zelfstandig naamwoord
- koffieboon, koffiebes
- a seed of the coffee tree; ground to make coffee
Synoniemen
Hyperoniemen
coffee
Zelfstandig naamwoord
- koffie, koffiepoeder
- a seed of the coffee tree; ground to make coffee
Synoniemen
Hyperoniemen
coffee
Zelfstandig naamwoord
- koffieplant, koffieboom, koffieheester
- any of several small trees and shrubs native to the tropical Old World yielding coffee beans
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
coffee
Zelfstandig naamwoord
- chocola(de), chocolade, chocola
- a medium brown to dark-brown color
Synoniemen
Hyperoniemen
coffee
Zelfstandig naamwoord
- praline
- a medium brown to dark-brown color
Synoniemen
Hyperoniemen
Voorbeeldzinnen
- Coffee, please.
- Make coffee.
- There is coffee, and...coffee.
- There's coffee, and then there's COFFEE.
- Tom loves coffee.
- I want a coffee.
- This coffee is brown.
- The coffee is nasty.
- Tom makes delicious coffee.
- This coffee tastes bitter.
- They drank coffee.
- I'll make some coffee.
- I stopped drinking coffee.
- Eve drinks only coffee.
- Nowadays coffee is scarce.