Betekenis van:
fencing

fencing
Zelfstandig naamwoord
  • het afrasteren
  • the art or sport of fighting with swords (especially the use of foils or epees or sabres to score points under a set of rules)

Hyperoniemen

fencing
Zelfstandig naamwoord
  • iets dat dient als afscheiding; datgene waarvan een hek gemaakt is
  • a barrier that serves to enclose an area

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

fencing
Zelfstandig naamwoord
  • het voorwerp dat ruimten of voorwerpen van elkaar scheidt
  • a barrier that serves to enclose an area

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

fencing
Zelfstandig naamwoord
    • material for building fences

    Synoniemen

    Hyperoniemen

    fencing
    Zelfstandig naamwoord
    • omheining
    • a barrier that serves to enclose an area

    Synoniemen

    Hyperoniemen

    Hyponiemen

    fencing
    Zelfstandig naamwoord
    • afrastering
    • a barrier that serves to enclose an area

    Synoniemen

    Hyperoniemen

    Hyponiemen

    fencing
    Zelfstandig naamwoord
    • planket, schutting
    • a barrier that serves to enclose an area

    Synoniemen

    Hyperoniemen

    Hyponiemen

    fencing
    Zelfstandig naamwoord
    • omrastering
    • a barrier that serves to enclose an area

    Synoniemen

    Hyperoniemen

    Hyponiemen

    Werkwoord


    Voorbeeldzinnen

    1. He was arrested for fencing stolen goods.
    2. A furious elephant kicks out the fencing of his enclosure and sends the keeper flying.
    3. Former Olympic fencing champion Pál Schmitt has been elected President of Hungary.
    4. Fencing
    5. fencing
    6. Safety fencing
    7. Fencing wire
    8. Fencing components
    9. Erection of fencing
    10. Ring fencing measures
    11. Ring-fencing measures
    12. Wire-mesh fencing
    13. Made-up fencing panels
    14. enclosure walls, hedges, fencing,
    15. in highway safety fencing and barriers,