Betekenis van:
fickle
fickle
Bijvoeglijk naamwoord
- niet evenwichtig; niet stabiel; wankel; niet stabiel
- liable to sudden unpredictable change
"fickle weather"
Synoniemen
Hyperoniemen
fickle
Bijvoeglijk naamwoord
- onbestendig
- liable to sudden unpredictable change
"fickle weather"
Synoniemen
Hyperoniemen
fickle
Bijvoeglijk naamwoord
- vlinderachtig
- marked by erratic changeableness in affections or attachments
"fickle friends"
Synoniemen
fickle
Bijvoeglijk naamwoord
- kwikzilverachtig
- liable to sudden unpredictable change
"fickle weather"
Synoniemen
Hyperoniemen
fickle
Bijvoeglijk naamwoord
- onregelmatig
- liable to sudden unpredictable change
"fickle weather"
Synoniemen
Hyperoniemen
Voorbeeldzinnen
- Cats are fickle creatures.
- The weather is fickle.
- Man is as fickle as autumn weather.
- I'll eat almost anything, but I'm very fickle when it comes to cheese.
- Reputations are volatile. Loyalties are fickle. Management teams are increasingly disconnected from their staff.