Betekenis van:
flaccid

flaccid
Bijvoeglijk naamwoord
  • buigbaar, niet stijf of hard
  • drooping without elasticity; wanting in stiffness
"a flaccid penis"
flaccid
Bijvoeglijk naamwoord
  • kwabbig
  • drooping without elasticity; wanting in stiffness
"a flaccid penis"

Hyperoniemen

flaccid
Bijvoeglijk naamwoord
    • out of condition; not strong or robust; incapable of exertion or endurance
    "flaccid cheeks"

    Synoniemen


    Voorbeeldzinnen

    1. Any person < 15 years of age with acute flaccid paralysis (AFP)
    2. The first visible symptom is the flaccid appearance of the youngest leaves.