Betekenis van:
foggy
foggy
Bijvoeglijk naamwoord
- stunned or confused and slow to react (as from blows or drunkenness or exhaustion)
Synoniemen
foggy
Bijvoeglijk naamwoord
- filled or abounding with fog or mist
Synoniemen
foggy
Bijvoeglijk naamwoord
Synoniemen
foggy
Bijvoeglijk naamwoord
- niet goed in evenwicht, heen en weer schommelend
- stunned or confused and slow to react (as from blows or drunkenness or exhaustion)
Synoniemen
Hyperoniemen
foggy
Bijvoeglijk naamwoord
- indistinct or hazy in outline
Synoniemen
foggy
Bijvoeglijk naamwoord
Synoniemen
Voorbeeldzinnen
- The weather is foggy.
- Is it foggy?
- It was very foggy.
- It is foggy.
- Today it's foggy.
- It was foggy near the ground.
- Tom hates driving when it's foggy.
- She slowly disappeared into the foggy forest.
- It was foggy, so it was hard to make out the figures of people walking.