Betekenis van:
fray

fray
Zelfstandig naamwoord
  • het ruzie maken; geruzie; kleingeestig gekibbel
  • a noisy fight

Synoniemen

Hyperoniemen

fray
Zelfstandig naamwoord
  • ruzie
  • a noisy fight

Synoniemen

Hyperoniemen

fray
Zelfstandig naamwoord
  • grote ruzie op de openbare weg
  • a noisy fight

Synoniemen

Hyperoniemen

fray
Zelfstandig naamwoord
  • rimpel, rimpeling
  • a noisy fight

Synoniemen

Hyperoniemen

to fray
Werkwoord
    • wear away by rubbing
    "The friction frayed the sleeve"

    Synoniemen

    Hyperoniemen

    to fray
    Werkwoord
    • vezelen
    • cause friction

    Synoniemen

    Hyperoniemen

    to fray
    Werkwoord
    • oplopen, aanlopen
    • cause friction

    Synoniemen

    Hyperoniemen


    Voorbeeldzinnen

    1. All this bickering is starting to fray my nerves.