Betekenis van:
glum

glum
Bijvoeglijk naamwoord
  • tochtig (van een geit)
  • showing a brooding ill humor
"a glum, hopeless shrug"

Synoniemen

Hyperoniemen

glum
Bijvoeglijk naamwoord
    • moody and melancholic

    Voorbeeldzinnen

    1. Tom is glum.
    2. Don't be so glum about it. Life has its ups and downs.