Betekenis van:
gnarl

gnarl
Zelfstandig naamwoord
  • harde, ruwe uitwas aan een boom
  • something twisted and tight and swollen
"the old man's fists were two great gnarls"

Synoniemen

Hyperoniemen

to gnarl
Werkwoord
  • nauwelijks hoorbaar (iets) zeggen
  • make complaining remarks or noises under one's breath

Synoniemen

Hyperoniemen

to gnarl
Werkwoord
  • het voor varkens kenmerkende geluid laten horen
  • make complaining remarks or noises under one's breath

Synoniemen

Hyperoniemen

to gnarl
Werkwoord
    • twist into a state of deformity
    "The wind has gnarled this old tree"

    Hyperoniemen

    to gnarl
    Werkwoord
    • morren, murmureren
    • make complaining remarks or noises under one's breath

    Synoniemen

    Hyperoniemen

    to gnarl
    Werkwoord
    • pruttelen
    • make complaining remarks or noises under one's breath

    Synoniemen

    Hyperoniemen