Betekenis van:
goth

goth
Zelfstandig naamwoord
  • zeer onbeleefd iemand; pummel; stommeling; lomperd; lomperik; pummel; onbeschoft persoon; botterik; onbeschoft iemand; onbeschaafd iemand; onbeschaafd iemand; iemand zonder manieren; lomperik; onbeschoft iemand; onhandig iemand
  • a crude uncouth ill-bred person lacking culture or refinement

Synoniemen

Hyperoniemen

goth
Zelfstandig naamwoord
  • prehistorische mens
  • a crude uncouth ill-bred person lacking culture or refinement

Synoniemen

Hyperoniemen

goth
Zelfstandig naamwoord
  • Goot
  • one of the Teutonic people who invaded the Roman Empire in the 3rd to 5th centuries

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. I'd go to the goth club more often, but my outfits are depressingly cheerful, not cheerfully depressing.
  2. The squid ink in arroz negro blackens the rest of the ingredients enough to make the Spanish dish a Goth staple.