Betekenis van:
het

het
Bijvoeglijk naamwoord
    • made warm or hot (`het' is a dialectal variant of `heated')
    "he was all het up and sweaty"

    Synoniemen


    Voorbeeldzinnen

    1. Het AG Vismijn Oostende beslist vrij over het aanleggen, het bouwen, het onderhouden, het herstellen, het verbeteren, het bedienen, het zelf exploiteren en het aan derden ter beschikking stellen van roerende en onroerende goederen’.
    2. Dit is hier het geval.’
    3. + uitkomst van het interne model
    4. Stichting Participatiefonds voor het onderwijs
    5. Instituut voor het archeologisch Patrimonium
    6. Bollen van het Nieuwe Zand
    7. Stichting Nederlands Onderwijs in het Buitenland;
    8. College van Beroep voor het Hoger Onderwijs
    9. Vervangingsfonds en bedrijfsgezondheidszorg voor het onderwijs (VF);
    10. Vice-Voorzitter van het Brussels Hoofdstedelijk Parlement,
    11. Stichting Vervangingsfonds en Bedrijfsgezondheidszorg voor het Onderwijs
    12. Stichting Samenwerkende Centrales in het COPWO
    13. Europees Platform voor het Nederlandse Onderwijs;
    14. Openbare Afvalstoffenmaatschappij voor het Vlaams Gewest
    15. Permanente Vertegenwoordiging van het Koninkrijk der Nederlanden