Betekenis van:
interior

interior
Bijvoeglijk naamwoord
  • meest naar binnen gelegen
  • of or coming from the middle of a region or country

Synoniemen

interior
Bijvoeglijk naamwoord
  • het doel treffend
  • inside the country

Synoniemen

interior
Bijvoeglijk naamwoord
    • situated within or suitable for inside a building
    "an interior scene"
    "interior decoration"
    interior
    Bijvoeglijk naamwoord
      • inside and toward a center
      "interior regions of the earth"
      interior
      Bijvoeglijk naamwoord
        • located inward
        "she thinks she has no soul, no interior life, but the truth is that she has no access to it"

        Synoniemen

        interior
        Bijvoeglijk naamwoord
        • staatkundig
        • inside the country

        Synoniemen

        interior
        Zelfstandig naamwoord
        • de naar binnen gekeerde zijde
        • the inner or enclosed surface of something

        Synoniemen

        Hyperoniemen

        Hyponiemen

        interior
        Zelfstandig naamwoord
        • het inwendige van een gebouw, huis of vertrek.

        Hyperoniemen

        interior
        Zelfstandig naamwoord
        • middenspeler, binnenspeler, center
        • the inner or enclosed surface of something

        Synoniemen

        Hyperoniemen

        Hyponiemen

        interior
        Zelfstandig naamwoord
        • vertrouwenspositie
        • the inner or enclosed surface of something

        Synoniemen

        Hyperoniemen

        Hyponiemen

        interior
        Zelfstandig naamwoord
        • huizenkant
        • the inner or enclosed surface of something

        Synoniemen

        Hyperoniemen

        Hyponiemen

        interior
        Zelfstandig naamwoord
        • binnenkant, binnenwerk, inwendige, binnenste
        • the region that is inside of something

        Synoniemen

        Hyperoniemen

        Hyponiemen

        interior
        Zelfstandig naamwoord
          • the United States federal department charged with conservation and the development of natural resources; created in 1849

          Synoniemen

          Hyperoniemen


          Voorbeeldzinnen

          1. He studied interior decoration.
          2. The illustration shows the deep interior.
          3. The interior of the house was very attractive.
          4. She is pursuing her career in interior design.
          5. He made over the interior of his house.
          6. She has aspirations to become an interior decorator.
          7. These boxes have plenty space on the interior.
          8. You've done a wonderful job on the interior decoration.
          9. He is the owner of four very big farms in the interior of Sao Paulo.
          10. Interior
          11. Interior lighting
          12. Noroeste-interior
          13. Interior noise
          14. Interior arrangement
          15. Interior fittings