Betekenis van:
lowly

lowly
Bijvoeglijk naamwoord
  • aan iem. onderworpen, van hem afhankelijk
  • inferior in rank or status
"a lowly corporal"

Synoniemen

Hyperoniemen

lowly
Bijvoeglijk naamwoord
  • geen te hoge gedachten van zichzelf hebbend, niet aanmatigend
  • low or inferior in station or quality
"a lowly parish priest"

Synoniemen

lowly
Bijvoeglijk naamwoord
  • klein in maat of hoeveelheid
  • low or inferior in station or quality
"a lowly parish priest"

Synoniemen

Hyperoniemen

lowly
Bijvoeglijk naamwoord
  • onderstandig
  • inferior in rank or status
"a lowly corporal"

Synoniemen

lowly
Bijvoeglijk naamwoord
  • onderstandig
  • inferior in rank or status
"a lowly corporal"

Synoniemen

lowly
Bijvoeglijk naamwoord
    • of low birth or station (`base' is archaic in this sense)
    "of humble (or lowly) birth"

    Synoniemen

    lowly
    Bijvoeglijk naamwoord
      • used of unskilled work (especially domestic work)

      Synoniemen