Betekenis van:
menacing
menacing
Bijvoeglijk naamwoord
- kwaadaardig; op handen zijnde
- threatening or foreshadowing evil or tragic developments
"his tone became menacing"
Synoniemen
Hyperoniemen
menacing
Bijvoeglijk naamwoord
- vol dreiging
- threatening or foreshadowing evil or tragic developments
"his tone became menacing"
Synoniemen
Hyperoniemen
menacing
Bijvoeglijk naamwoord
- grimmig
- threatening or foreshadowing evil or tragic developments
"his tone became menacing"
Synoniemen
Hyperoniemen
Werkwoord
Voorbeeldzinnen
- Thunder rolled with menacing crashes.
- The 80m-high cliffs, steep from every angle, appear uninviting, even menacing.