Betekenis van:
moldy

moldy
Bijvoeglijk naamwoord
  • onfrisse geur
  • covered with or smelling of mold
"moldy bread"
"a moldy (or musty) odor"

Synoniemen

Hyperoniemen

moldy
Bijvoeglijk naamwoord
  • met schimmel
  • covered with or smelling of mold
"moldy bread"
"a moldy (or musty) odor"

Synoniemen

Hyperoniemen

moldy
Bijvoeglijk naamwoord
  • benauwd; een beetje muf; niet fris
  • covered with or smelling of mold
"moldy bread"
"a moldy (or musty) odor"

Synoniemen

Hyperoniemen

moldy
Bijvoeglijk naamwoord
  • vol stof
  • covered with or smelling of mold
"moldy bread"
"a moldy (or musty) odor"

Synoniemen

Hyperoniemen

moldy
Bijvoeglijk naamwoord
  • beschimmeld
  • covered with or smelling of mold
"moldy bread"
"a moldy (or musty) odor"

Synoniemen

Hyperoniemen

moldy
Bijvoeglijk naamwoord
  • schimmelachtig
  • covered with or smelling of mold
"moldy bread"
"a moldy (or musty) odor"

Synoniemen

moldy
Bijvoeglijk naamwoord
  • uitgeslagen
  • covered with or smelling of mold
"moldy bread"
"a moldy (or musty) odor"

Synoniemen

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. This tastes moldy.
  2. It tastes moldy.
  3. The bread was moldy, but Tom ate it anyway.
  4. A moldy loaf of bread lay on the table.
  5. After his wedding, Alain left his small, moldy apartment and led an extravagant life.