Betekenis van:
noose

noose
Zelfstandig naamwoord
  • tot een oog gedraaid deel van een touw of lint om er iets in te kunnen steken of het om iets heen te kunnen slaan
  • a loop formed in a cord or rope by means of a slipknot; it binds tighter as the cord or rope is pulled

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

noose
Zelfstandig naamwoord
  • val voor het vangen van dieren
  • a trap for birds or small mammals; often has a slip noose

Synoniemen

Hyperoniemen

noose
Zelfstandig naamwoord
  • vangnet voor vissen
  • a trap for birds or small mammals; often has a slip noose

Synoniemen

Hyperoniemen

noose
Zelfstandig naamwoord
  • val om dieren te vangen
  • a trap for birds or small mammals; often has a slip noose

Synoniemen

Hyperoniemen

noose
Zelfstandig naamwoord
  • wildklem
  • a trap for birds or small mammals; often has a slip noose

Synoniemen

Hyperoniemen

to noose
Werkwoord
    • secure with a noose

    Hyperoniemen

    to noose
    Werkwoord
      • make a noose in or of

      Hyperoniemen


      Voorbeeldzinnen

      1. He fashioned a noose out of the bed sheets and hung himself in his cell.