Betekenis van:
normal
normal
Bijvoeglijk naamwoord
- gangbaar; normaal; gewoon
- conforming with or constituting a norm or standard or level or type or social norm; not abnormal
"serve wine at normal room temperature"
"normal diplomatic relations"
normal
Bijvoeglijk naamwoord
- natuurlijk; begrijpelijk
- conforming with or constituting a norm or standard or level or type or social norm; not abnormal
"serve wine at normal room temperature"
"normal diplomatic relations"
normal
Bijvoeglijk naamwoord
- being approximately average or within certain limits in e.g. intelligence and development
"a perfectly normal child"
"of normal intelligence"
normal
Bijvoeglijk naamwoord
- forming a right angle
normal
Bijvoeglijk naamwoord
- in accordance with scientific laws
normal
Zelfstandig naamwoord
- zeden en gebruiken; gewoonteregel; uiterlijke vorm die men in acht neemt
- something regarded as a normative example
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
normal
Zelfstandig naamwoord
- te volgen werkwijze
- something regarded as a normative example
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
Voorbeeldzinnen
- That's normal.
- It's normal.
- I'm normal.
- Everything's normal.
- We're normal.
- You're normal.
- I have normal eyesight.
- They're all normal.
- His temperature is normal.
- That's dead normal.
- That's not normal.
- I’m a normal guy.
- Is this normal?
- That's perfectly normal.
- I feel normal.