Betekenis van:
parasol

parasol
Zelfstandig naamwoord
  • gerei als bescherming tegen de zon
  • a handheld collapsible source of shade

Synoniemen

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. That white parasol is hers.
  2. The white parasol is hers.
  3. She was holding a small parasol in her hand.
  4. A parasol is used during the summertime to shade the face.