Betekenis van:
parson

parson
Zelfstandig naamwoord
  • hulppastoor
  • a person authorized to conduct religious worship

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

parson
Zelfstandig naamwoord
  • geestelijke v.d. kerk; priester die een pastoor helpt
  • a person authorized to conduct religious worship

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

parson
Zelfstandig naamwoord
  • hoofd van een niet-parochiale kerk
  • a person authorized to conduct religious worship

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

parson
Zelfstandig naamwoord
  • rooms-katholiek geestelijke
  • a person authorized to conduct religious worship

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

parson
Zelfstandig naamwoord
  • leider v.e. protestantse kerkdienst
  • a person authorized to conduct religious worship

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

parson
Zelfstandig naamwoord
  • hulppredikant
  • a person authorized to conduct religious worship

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

parson
Zelfstandig naamwoord
  • parochiepriester
  • a person authorized to conduct religious worship

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

parson
Zelfstandig naamwoord
  • wijkpredikant
  • a person authorized to conduct religious worship

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen