Betekenis van:
point

point
Zelfstandig naamwoord
  • puntig uiteinde
  • sharp end
"he stuck the point of the knife into a tree"
"he broke the point of his pencil"

Hyperoniemen

Hyponiemen

point
Zelfstandig naamwoord
  • eenheid van waardering
  • the unit of counting in scoring a game or contest
"he scored 20 points in the first half"
"a touchdown counts 6 points"

Hyperoniemen

Hyponiemen

point
Zelfstandig naamwoord
  • extra pluspunt
  • the unit of counting in scoring a game or contest
"he scored 20 points in the first half"
"a touchdown counts 6 points"

Hyperoniemen

Hyponiemen

point
Zelfstandig naamwoord
  • richting of werking op een bepaald doel of op een bepaalde uitkomst
  • a brief version of the essential meaning of something
"get to the point"
"he missed the point of the joke"

Hyperoniemen

Hyponiemen

point
Zelfstandig naamwoord
  • spits toelopend gedeelte
  • sharp end
"he stuck the point of the knife into a tree"
"he broke the point of his pencil"

Hyperoniemen

Hyponiemen

point
Zelfstandig naamwoord
  • foto- of filmopname van een onderdeel
  • an isolated fact that is considered separately from the whole
"a point of information"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

point
Zelfstandig naamwoord
  • stip; puntje; kleine stip; klein rondje
  • a very small circular shape
"a row of points"

Synoniemen

Hyperoniemen

point
Zelfstandig naamwoord
  • interessant feit; wetenswaardigheid
  • an isolated fact that is considered separately from the whole
"a point of information"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

point
Zelfstandig naamwoord
  • feit of geval
  • an isolated fact that is considered separately from the whole
"a point of information"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

point
Zelfstandig naamwoord
  • richting op aarde zoals bepaald door die van de winden
  • any of 32 horizontal directions indicated on the card of a compass
"he checked the point on his compass"

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

point
Zelfstandig naamwoord
  • eenheid van de hoogte van drukletters
  • a linear unit used to measure the size of type; approximately 1/72 inch

Hyperoniemen

point
Zelfstandig naamwoord
  • hetzelfde teken om bij tiendelige breuken de eenheden van de tienden te scheiden
  • the dot at the left of a decimal fraction

Synoniemen

Hyperoniemen

point
Zelfstandig naamwoord
  • leesteken zoals aan het eind v.e. zin
  • a punctuation mark (.) placed at the end of a declarative sentence to indicate a full stop or after abbreviations

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

point
Zelfstandig naamwoord
    • a distinguishing or individuating characteristic
    "he knows my bad points as well as my good points"

    Hyperoniemen

    Hyponiemen

    point
    Zelfstandig naamwoord
      • an instant of time
      "at that point I had to leave"

      Synoniemen

      Hyperoniemen

      Hyponiemen

      point
      Zelfstandig naamwoord
        • an outstanding characteristic
        "his acting was one of the high points of the movie"

        Synoniemen

        Hyperoniemen

        point
        Zelfstandig naamwoord
          • a promontory extending out into a large body of water
          "they sailed south around the point"

          Hyperoniemen

          point
          Zelfstandig naamwoord
            • a geometric element that has position but no extension
            "a point is defined by its coordinates"

            Hyperoniemen

            Hyponiemen

            point
            Zelfstandig naamwoord
              • the object of an activity
              "what is the point of discussing it?"

              Hyperoniemen

              point
              Zelfstandig naamwoord
              • item
              • an isolated fact that is considered separately from the whole
              "a point of information"

              Synoniemen

              Hyperoniemen

              Hyponiemen

              point
              Zelfstandig naamwoord
                • the gun muzzle's direction
                "he held me up at the point of a gun"

                Synoniemen

                Hyperoniemen

                point
                Zelfstandig naamwoord
                  • one percent of the total principal of a loan; it is paid at the time the loan is made and is independent of the interest on the loan

                  Hyperoniemen

                  point
                  Zelfstandig naamwoord
                  • ponsoen
                  • a wall socket

                  Synoniemen

                  Hyperoniemen

                  point
                  Zelfstandig naamwoord
                    • a specific identifiable position in a continuum or series or especially in a process

                    Synoniemen

                    Hyperoniemen

                    Hyponiemen

                    to point
                    Werkwoord
                    • de voegen tussen stenen opvullen, volzetten met specie
                    • repair the joints of bricks
                    "point a chimney"

                    Synoniemen

                    Hyperoniemen

                    to point
                    Werkwoord
                    • laten zien
                    • indicate a place, direction, person, or thing; either spatially or figuratively
                    "He pointed to the empty parking space"

                    Synoniemen

                    Hyperoniemen

                    Hyponiemen

                    to point
                    Werkwoord
                    • mikken; op een doel richten
                    • direct into a position for use
                    "point a gun"

                    Synoniemen

                    Hyperoniemen

                    to point
                    Werkwoord
                    • (van zaken) overtuigend zijn
                    • indicate a place, direction, person, or thing; either spatially or figuratively
                    "He pointed to the empty parking space"

                    Synoniemen

                    Hyperoniemen

                    Hyponiemen

                    to point
                    Werkwoord
                    • attent maken; opmerkzaam maken
                    • indicate a place, direction, person, or thing; either spatially or figuratively
                    "He pointed to the empty parking space"

                    Synoniemen

                    Hyperoniemen

                    Hyponiemen

                    to point
                    Werkwoord
                    • strijkend aanbrengen in
                    • give a point to

                    Synoniemen

                    Hyperoniemen

                    Hyponiemen

                    to point
                    Werkwoord
                    • kapsel bijknippen; scherp maken; van de punt ontdoen
                    • give a point to

                    Synoniemen

                    Hyperoniemen

                    Hyponiemen

                    to point
                    Werkwoord
                    • in een bepaalde richting laten gaan
                    • direct the course; determine the direction of travelling

                    Synoniemen

                    Hyperoniemen

                    Hyponiemen

                    to point
                    Werkwoord
                    • van mensen
                    • direct the course; determine the direction of travelling

                    Synoniemen

                    Hyperoniemen

                    Hyponiemen

                    to point
                    Werkwoord
                    • afstellen
                    • intend (something) to move towards a certain goal

                    Synoniemen

                    Hyperoniemen

                    Hyponiemen

                    to point
                    Werkwoord
                    • (iets) naar een bepaald punt richten
                    • intend (something) to move towards a certain goal

                    Synoniemen

                    Hyperoniemen

                    Hyponiemen

                    to point
                    Werkwoord
                    • wijzen naar iemand die weggaat
                    • intend (something) to move towards a certain goal

                    Synoniemen

                    Hyperoniemen

                    Hyponiemen

                    to point
                    Werkwoord
                    • het stuur bedienen
                    • direct the course; determine the direction of travelling

                    Synoniemen

                    Hyperoniemen

                    Hyponiemen

                    to point
                    Werkwoord
                    • koers zetten, varen naar
                    • direct the course; determine the direction of travelling

                    Synoniemen

                    Hyperoniemen

                    Hyponiemen

                    to point
                    Werkwoord
                    • doelbewust gaan naar
                    • direct the course; determine the direction of travelling

                    Synoniemen

                    Hyperoniemen

                    Hyponiemen

                    to point
                    Werkwoord
                      • mark with diacritics
                      "point the letter"

                      Hyperoniemen

                      to point
                      Werkwoord
                        • indicate the presence of (game) by standing and pointing with the muzzle
                        "the dog pointed the dead duck"

                        Hyperoniemen

                        to point
                        Werkwoord
                        • landmeten
                        • direct into a position for use
                        "point a gun"

                        Synoniemen

                        Hyperoniemen

                        to point
                        Werkwoord
                        • wijzen, aanwijzen
                        • indicate a place, direction, person, or thing; either spatially or figuratively
                        "He pointed to the empty parking space"

                        Synoniemen

                        Hyperoniemen

                        Hyponiemen

                        to point
                        Werkwoord
                        • wijzen, duiden
                        • be a signal for or a symptom of
                        "Her behavior points to a severe neurosis"

                        Synoniemen

                        Hyperoniemen

                        Hyponiemen

                        to point
                        Werkwoord
                          • mark (Hebrew words) with diacritics

                          Hyperoniemen

                          to point
                          Werkwoord
                          • oploeven
                          • sail close to the wind

                          Synoniemen

                          Hyperoniemen

                          to point
                          Werkwoord
                          • loeven
                          • sail close to the wind

                          Synoniemen

                          Hyperoniemen

                          to point
                          Werkwoord
                          • beogen
                          • intend (something) to move towards a certain goal

                          Synoniemen

                          Hyperoniemen

                          Hyponiemen


                          Voorbeeldzinnen

                          1. A point is a little point.
                          2. That's the point.
                          3. What's Tom's point?
                          4. That's stretching the point.
                          5. She's got the point.
                          6. She made her point.
                          7. Let's not point fingers.
                          8. Don't point at others.
                          9. He has a point.
                          10. That's a delicate point.
                          11. That was the point.
                          12. That's your strong point.
                          13. I stressed the point.
                          14. You're missing the point.
                          15. That's a good point.