Betekenis van:
promiscuous

promiscuous
Bijvoeglijk naamwoord
  • brooddronken
  • casual and unrestrained in sexual behavior

Synoniemen

Hyperoniemen

promiscuous
Bijvoeglijk naamwoord
  • los
  • casual and unrestrained in sexual behavior

Synoniemen

Hyperoniemen

promiscuous
Bijvoeglijk naamwoord
  • zich niet aan regel, voorschrift of gewoonte houdend, vooral in moreel opzicht
  • zich weinig aantrekken van (morele) regels, voorschriften of gewoonten.
  • produced or growing in extreme abundance

Synoniemen

promiscuous
Bijvoeglijk naamwoord
  • seksueel vrij
  • casual and unrestrained in sexual behavior

Synoniemen

Hyperoniemen

promiscuous
Bijvoeglijk naamwoord
    • not selective of a single class or person
    "Clinton was criticized for his promiscuous solicitation of campaign money"

    Voorbeeldzinnen

    1. She's sexually promiscuous.
    2. Aren't people who have promiscuous sex afraid of VDs like AIDS?
    3. A study found that British people are the most promiscuous in the world, while Finns have the largest number of sexual partners.