Betekenis van:
pulpit

pulpit
Zelfstandig naamwoord
  • verhoging in de kerk voor de predikant; preekstoel
  • a platform raised above the surrounding level to give prominence to the person on it

Synoniemen

Hyperoniemen

pulpit
Zelfstandig naamwoord
  • platte verhoging om op te staan of om iets op te zetten
  • a platform raised above the surrounding level to give prominence to the person on it

Synoniemen

Hyperoniemen

pulpit
Zelfstandig naamwoord
  • verhoging voor de spreker
  • a platform raised above the surrounding level to give prominence to the person on it

Synoniemen

Hyperoniemen

pulpit
Zelfstandig naamwoord
  • rostra
  • a platform raised above the surrounding level to give prominence to the person on it

Synoniemen

Hyperoniemen

pulpit
Zelfstandig naamwoord
  • ambo
  • a platform raised above the surrounding level to give prominence to the person on it

Synoniemen

Hyperoniemen