Betekenis van:
purple

purple
Bijvoeglijk naamwoord
  • van prins of prinses; royaal; vorstelijk
  • belonging to or befitting a supreme ruler
"purple tyrant"

Synoniemen

Hyperoniemen

purple
Bijvoeglijk naamwoord
  • mbt. een koning(in)
  • belonging to or befitting a supreme ruler
"purple tyrant"

Synoniemen

Hyperoniemen

purple
Bijvoeglijk naamwoord
  • majesteitelijk
  • belonging to or befitting a supreme ruler
"purple tyrant"

Synoniemen

Hyperoniemen

purple
Bijvoeglijk naamwoord
  • roodblauw gekleurd
  • of a color intermediate between red and blue

Synoniemen

Hyperoniemen

purple
Bijvoeglijk naamwoord
  • blauwpaars
  • of a color intermediate between red and blue

Synoniemen

Hyperoniemen

purple
Bijvoeglijk naamwoord
  • paarsrood; donkerrood
  • of a color intermediate between red and blue

Synoniemen

Hyperoniemen

purple
Bijvoeglijk naamwoord
    • excessively elaborate or showily expressed
    "a writer of empurpled literature"
    "many purple passages"

    Synoniemen

    purple
    Bijvoeglijk naamwoord
    • landsheerlijk
    • belonging to or befitting a supreme ruler
    "purple tyrant"

    Synoniemen

    purple
    Bijvoeglijk naamwoord
    • pimpelpaars, knalpaars
    • of a color intermediate between red and blue

    Synoniemen

    Hyperoniemen

    purple
    Bijvoeglijk naamwoord
    • purperachtig
    • of a color intermediate between red and blue

    Synoniemen

    purple
    Bijvoeglijk naamwoord
    • paarsblauw
    • of a color intermediate between red and blue

    Synoniemen

    Hyperoniemen

    purple
    Bijvoeglijk naamwoord
    • paarsachtig
    • of a color intermediate between red and blue

    Synoniemen

    purple
    Bijvoeglijk naamwoord
    • paarsrood
    • of a color intermediate between red and blue

    Synoniemen

    Hyperoniemen

    purple
    Zelfstandig naamwoord
    • paarsrode verfstof
    • a purple color or pigment

    Synoniemen

    Hyperoniemen

    Hyponiemen

    purple
    Zelfstandig naamwoord
    • paarsrode kleur
    • a purple color or pigment

    Synoniemen

    Hyperoniemen

    Hyponiemen

    purple
    Zelfstandig naamwoord
      • of imperial status
      "he was born to the purple"

      Hyperoniemen

      to purple
      Werkwoord
        • become purple

        Hyperoniemen

        to purple
        Werkwoord
          • color purple

          Synoniemen

          Hyperoniemen


          Voorbeeldzinnen

          1. His socks are purple.
          2. Her sweater is purple.
          3. My sweater is purple.
          4. She wants a purple coat.
          5. I loved a purple bag there too.
          6. How many purple flowers are there?
          7. The garden was full of purple lilies.
          8. The color is purple rather than pink.
          9. They have faces painted purple and yellow.
          10. She was born in the purple.
          11. The doctor recommended that he take the purple pill.
          12. His knee turned a ghastly blackish purple from the swelling.
          13. If you mix blue and red, you'll get purple.
          14. Have you ever eaten purple-yam ice cream?
          15. The gray sweater I like more than the purple.