Betekenis van:
radio

radio
Zelfstandig naamwoord
  • radio-ontvanger
  • an electronic receiver that detects and demodulates and amplifies transmitted signals

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

radio
Zelfstandig naamwoord
  • communicatiemogelijkheid via de radio; contact via de radio
  • medium for communication

Synoniemen

Hyperoniemen

radio
Zelfstandig naamwoord
  • toestel dat radiogolven omzet in geluid; toestel dat radiogolven omzet in geluid
  • a communication system based on broadcasting electromagnetic waves

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

radio
Zelfstandig naamwoord
  • radio op schip of vliegtuig
  • medium for communication

Synoniemen

Hyperoniemen

radio
Zelfstandig naamwoord
  • radioland
  • medium for communication

Synoniemen

Hyperoniemen

radio
Zelfstandig naamwoord
  • ontvanginstallatie
  • an electronic receiver that detects and demodulates and amplifies transmitted signals

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

radio
Bijvoeglijk naamwoord
  • radiotelefonisch
  • indicating radiation or radioactivity
"radiochemistry"
to radio
Werkwoord
    • transmit messages via radio waves
    "he radioed for help"

    Hyperoniemen


    Voorbeeldzinnen

    1. I'm a radio ham.
    2. The radio is on.
    3. Turn off the radio.
    4. Turn the radio down.
    5. Turn down the radio.
    6. Turn on the radio.
    7. Tom's radio is broken.
    8. The radio died.
    9. Shut off the radio.
    10. The radio is broken.
    11. Marconi invented the radio.
    12. She had a radio.
    13. Is this a radio?
    14. Is this radio yours?
    15. Is your radio new?