Betekenis van:
rowdy

rowdy
Bijvoeglijk naamwoord
  • schor; hees; hard en schor
  • disturbing the public peace; loud and rough
"rowdy teenagers"

Synoniemen

rowdy
Bijvoeglijk naamwoord
  • luiduchtig, rumoerig; luidruchtig, rumoerig; lawaai(er)ig
  • disturbing the public peace; loud and rough
"rowdy teenagers"

Synoniemen

Hyperoniemen

rowdy
Bijvoeglijk naamwoord
  • rumoerig
  • disturbing the public peace; loud and rough
"rowdy teenagers"

Synoniemen

Hyperoniemen

rowdy
Zelfstandig naamwoord
  • iemand die anderen pest; plaaggeest; plaaggeest; iemand die zuigt; pestkop
  • a cruel and brutal fellow

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

rowdy
Zelfstandig naamwoord
  • iem. die wreed van aard is
  • a cruel and brutal fellow

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. Watch out for rowdy or drunk customers.
  2. My brother has been much too rowdy lately.
  3. These gatherings always get rowdy after hours, when the boss breaks out the single-malt scotch.