Betekenis van:
savage

savage
Bijvoeglijk naamwoord
  • een gewelddadig of gevoelloos karakter hebbend.
  • without civilizing influences
"a savage people"

Synoniemen

Hyperoniemen

savage
Bijvoeglijk naamwoord
  • wreed; van karakter
  • (of persons or their actions) able or disposed to inflict pain or suffering
"a savage slap"

Synoniemen

savage
Bijvoeglijk naamwoord
  • zonder beschaving
  • without civilizing influences
"a savage people"

Synoniemen

savage
Bijvoeglijk naamwoord
  • van wild of ongecontroleerd karakter
Uitleg
De letterlijke vertaling van 'savage' is 'wild', in het dagelijks gebruik wordt het echter vaak gebruikt als verwijzing naar een asociaal en roekeloos persoon.
Bron: redactie

Synoniemen

savage
Bijvoeglijk naamwoord
  • barbaars, wild, primitief
  • without civilizing influences
"a savage people"

Synoniemen

Hyperoniemen

savage
Bijvoeglijk naamwoord
    • marked by extreme and violent energy

    Synoniemen

    savage
    Bijvoeglijk naamwoord
      • wild and menacing

      Synoniemen

      to savage
      Werkwoord
      • een vernietigende kritiek leveren op
      • criticize harshly or violently
      "The press savaged the new President"

      Synoniemen

      Hyperoniemen

      to savage
      Werkwoord
      • hevig en brutaal aanvallen
      • attack someone physically or emotionally
      "He was savaged by wild tigers."

      Synoniemen

      Hyperoniemen

      to savage
      Werkwoord
        • attack brutally and fiercely

        Hyperoniemen

        savage
        Zelfstandig naamwoord
        • individu van een van de primitieve volken, die nog in een natuurtoestand leven
        • a member of an uncivilized people

        Synoniemen

        Hyperoniemen

        Hyponiemen

        savage
        Zelfstandig naamwoord
        • bokkinees
        • a cruelly rapacious person

        Synoniemen

        Hyperoniemen


        Voorbeeldzinnen

        1. Every savage can dance.
        2. He is quite a savage.
        3. Greece, conquered, took captive her savage conqueror.
        4. Music has charms to soothe the savage breast.
        5. A savage tribe lived there in those days.
        6. Music has charms to soothe a savage breast.
        7. Music has charms to soothe the savage beast.
        8. He demanded that the savage dog be kept tied up.
        9. The savage in man is never quite eradicated.
        10. There are still some savage tribes on that island.
        11. His head had been shattered by a savage blow from some heavy weapon.
        12. Their savage cruelty against God's people was beyond horrific, resulting in the Maccabean uprising.
        13. The primitive man was frightened at the sight of a savage beast.
        14. The savage robbed me of my precious jewels and ran away.
        15. The savage life is so simple, and our societies are such complex machinery!