Betekenis van:
snip

snip
Zelfstandig naamwoord
  • kortstondig en zeer intensief kunstlicht voor foto-opnamen
  • the act of clipping or snipping

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

snip
Zelfstandig naamwoord
  • handeling knippen
  • the act of clipping or snipping

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

snip
Zelfstandig naamwoord
  • snipper, papiersnipper
  • a small piece of anything (especially a piece that has been snipped off)

Synoniemen

Hyperoniemen

to snip
Werkwoord
  • takken korter maken
  • cultivate, tend, and cut back the growth of

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

to snip
Werkwoord
  • de top van iets afhalen; koppen
  • cultivate, tend, and cut back the growth of

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

to snip
Werkwoord
  • scheren
  • cultivate, tend, and cut back the growth of

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

to snip
Werkwoord
  • bijsnoeien
  • cultivate, tend, and cut back the growth of

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

to snip
Werkwoord
  • pinceren
  • sever or remove by pinching or snipping

Synoniemen

Hyperoniemen

to snip
Werkwoord
  • afsnoeien
  • cultivate, tend, and cut back the growth of

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

to snip
Werkwoord
  • bijsnijden
  • cultivate, tend, and cut back the growth of

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

to snip
Werkwoord
  • kandelaberen, kandelaren
  • cultivate, tend, and cut back the growth of

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. Snip, snap, snout, this tale's told out.