Betekenis van:
sour
sour
Bijvoeglijk naamwoord
- zoet en zuur tegelijk; zuur en zoet
- one of the four basic taste sensations; like the taste of vinegar or lemons
Hyperoniemen
sour
Bijvoeglijk naamwoord
- inaccurate in pitch
"a false (or sour) note"
Synoniemen
sour
Bijvoeglijk naamwoord
- having a sharp biting taste
sour
Bijvoeglijk naamwoord
- azijnachtig
- smelling of fermentation or staleness
Synoniemen
to sour
Werkwoord
- getikt; van melk
- go sour or spoil
"The milk has soured"
Synoniemen
Hyperoniemen
to sour
Werkwoord
- zuren
- go sour or spoil
"The milk has soured"
Synoniemen
Hyperoniemen
to sour
Werkwoord
- zuren, verzuren, zuur maken
- make sour or more sour
Synoniemen
Hyperoniemen
to sour
Werkwoord
- verzuren, zuren, zuur maken
- make sour or more sour
Synoniemen
Hyperoniemen
sour
Zelfstandig naamwoord
- the taste experience when vinegar or lemon juice is taken into the mouth
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
sour
Zelfstandig naamwoord
- a cocktail made of a liquor (especially whiskey or gin) mixed with lemon or lime juice and sugar
Hyperoniemen
Hyponiemen
sour
Zelfstandig naamwoord
- the property of being acidic
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
Voorbeeldzinnen
- This drink tastes sour.
- The butter tasted sour.
- These grapes taste sour.
- The milk tasted sour.
- The milk turned sour.
- The grapes are sour.
- Her voice was sour.
- This milk tastes sour.
- Lemons are sour.
- This juice tastes sour.
- Lemon is sour.
- This apple tastes sour.
- Bad milk tastes sour.
- The milk went sour.
- The lemon is sour.