Betekenis van:
stem

stem
Zelfstandig naamwoord
  • woordvorm zonder vervoegingen
  • (linguistics) the form of a word after all affixes are removed
"thematic vowels are part of the stem"

Synoniemen

Hyperoniemen

stem
Zelfstandig naamwoord
  • spits toelopend einde van een voorwerp
  • front part of a vessel or aircraft

Synoniemen

Hyperoniemen

stem
Zelfstandig naamwoord
  • voorste deel van schip
  • front part of a vessel or aircraft

Synoniemen

Hyperoniemen

stem
Zelfstandig naamwoord
  • uiterste voor- of achtergedeelte van een schip, waar de scheepshuid van beide zijden samenkomt
  • front part of a vessel or aircraft

Synoniemen

Hyperoniemen

stem
Zelfstandig naamwoord
  • voorste deel v.e. schip
  • front part of a vessel or aircraft

Synoniemen

Hyperoniemen

stem
Zelfstandig naamwoord
  • voorgedeelte v.e. schip
  • front part of a vessel or aircraft

Synoniemen

Hyperoniemen

stem
Zelfstandig naamwoord
  • bladerloze bloemstengel, gemeenschappelijke steel van een bloeiwijze
  • a slender or elongated structure that supports a plant or fungus or a plant part or plant organ

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

stem
Zelfstandig naamwoord
    • the tube of a tobacco pipe

    Hyperoniemen

    stem
    Zelfstandig naamwoord
      • a turn made in skiing; the back of one ski is forced outward and the other ski is brought parallel to it

      Synoniemen

      Hyperoniemen

      stem
      Zelfstandig naamwoord
      • stengel, stok, steel
      • a slender or elongated structure that supports a plant or fungus or a plant part or plant organ

      Synoniemen

      Hyperoniemen

      Hyponiemen

      stem
      Zelfstandig naamwoord
      • sleutelschacht
      • cylinder forming a long narrow part of something

      Synoniemen

      Hyperoniemen

      to stem
      Werkwoord
      • vloeien stoppen
      • stop the flow of a liquid
      "stem the tide"

      Synoniemen

      Hyperoniemen

      to stem
      Werkwoord
        • remove the stem from
        "for automatic natural language processing, the words must be stemmed"

        Hyperoniemen

        to stem
        Werkwoord
          • grow out of, have roots in, originate in
          "The increase in the national debt stems from the last war"

          Hyperoniemen

          to stem
          Werkwoord
            • cause to point inward
            "stem your skis"

            Hyperoniemen


            Voorbeeldzinnen

            1. Maybe you stem it.
            2. Which schools stem from Buddhist thought?
            3. The plant has an underground stem.
            4. A rose has thorns on it stem.
            5. He dropped his wineglass and broke its stem.
            6. Can you tie a cherry stem into a knot with your tongue?
            7. Scientists are fighting to stem the spread of the AIDS virus.
            8. Stem
            9. Brain stem
            10. Stem flow
            11. Stem name
            12. Crown stem
            13. Stem/collar
            14. Stem vegetables (fresh)
            15. Stem and shoot rusts