Betekenis van:
teaching
teaching
Zelfstandig naamwoord
- onderwijskunst
- the profession of a teacher
"he prepared for teaching while still in college"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
teaching
Zelfstandig naamwoord
- opdracht die iemand moet uitvoeren
- the activities of educating or instructing; activities that impart knowledge or skill
"good classroom teaching is seldom rewarded"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
teaching
Zelfstandig naamwoord
- taakomschrijving v.e. docent
- the profession of a teacher
"he prepared for teaching while still in college"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
teaching
Zelfstandig naamwoord
- stuk leerstof als huiswerk
- a doctrine that is taught
"the teachings of religion"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
teaching
Zelfstandig naamwoord
- het systematisch overbrengen van kennis en vaardigheden
- the activities of educating or instructing; activities that impart knowledge or skill
"good classroom teaching is seldom rewarded"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
teaching
Zelfstandig naamwoord
- onderwijskunde, onderwijsleer
- the profession of a teacher
"he prepared for teaching while still in college"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
teaching
Zelfstandig naamwoord
- onderricht
- the activities of educating or instructing; activities that impart knowledge or skill
"good classroom teaching is seldom rewarded"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
teaching
Zelfstandig naamwoord
- pedagogie, opvoedkunde, pedagogiek
- the profession of a teacher
"he prepared for teaching while still in college"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
teaching
Zelfstandig naamwoord
- leraarsberoep, leraarsambt
- the profession of a teacher
"he prepared for teaching while still in college"
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
Werkwoord
Voorbeeldzinnen
- Teaching children is easier than teaching adults.
- By teaching, we learn.
- I am teaching English.
- She is teaching me.
- He is teaching Arabic.
- She's teaching us French.
- I'm teaching Basque.
- Teaching is learning.
- I am teaching Berber.
- I love teaching.
- I am teaching.
- We learn by teaching.
- She went into teaching.
- I am done teaching.
- I was teaching.