Betekenis van:
thatch

to thatch
Werkwoord
  • strodekken
  • cover with thatch
"thatch the roofs"

Hyperoniemen

thatch
Zelfstandig naamwoord
  • stoppeldak
  • a house roof made with a plant material (as straw)

Synoniemen

Hyperoniemen

thatch
Zelfstandig naamwoord
  • dekstro, dakstro
  • a house roof made with a plant material (as straw)

Synoniemen

Hyperoniemen

thatch
Zelfstandig naamwoord
  • strodak
  • a house roof made with a plant material (as straw)

Synoniemen

Hyperoniemen

thatch
Zelfstandig naamwoord
  • haarbos
  • a house roof made with a plant material (as straw)

Synoniemen

Hyperoniemen

thatch
Zelfstandig naamwoord
  • haarbos
  • a house roof made with a plant material (as straw)

Synoniemen

Hyperoniemen

thatch
Zelfstandig naamwoord
  • strobedekking
  • a house roof made with a plant material (as straw)

Synoniemen

Hyperoniemen

thatch
Zelfstandig naamwoord
    • hair resembling thatched roofing material

    Hyperoniemen

    thatch
    Zelfstandig naamwoord
    • dakriet
    • plant stalks used as roofing material

    Hyperoniemen

    thatch
    Zelfstandig naamwoord
      • an English pirate who operated in the Caribbean and off the Atlantic coast of North America (died in 1718)

      Synoniemen


      Voorbeeldzinnen

      1. The roof is made of thatch.