Betekenis van:
thin
thin
Bijvoeglijk naamwoord
- hier en daar
- not dense
"a thin beard"
Synoniemen
Hyperoniemen
thin
Bijvoeglijk naamwoord
- (of sound) lacking resonance or volume
"a thin feeble cry"
thin
Bijvoeglijk naamwoord
- of relatively small extent from one surface to the opposite or in cross section
"thin wire"
"a thin chiffon blouse"
thin
Bijvoeglijk naamwoord
- relatively thin in consistency or low in density; not viscous
"air is thin at high altitudes"
"a thin soup"
thin
Bijvoeglijk naamwoord
- lacking spirit or sincere effort
"a thin smile"
thin
Bijvoeglijk naamwoord
- lacking substance or significance
"a thin plot"
Synoniemen
thin
Bijvoeglijk naamwoord
- blikkerig, blikachtig
- not dense
"a thin beard"
Synoniemen
Hyperoniemen
to thin
Werkwoord
- (van kleding) slanker doen lijken
- take off weight
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
to thin
Werkwoord
- vermageren, afvallen
- take off weight
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
Voorbeeldzinnen
- Stay thin.
- I'm thin.
- You're thin.
- Tom has thin lips.
- She was painfully thin.
- The boy is thin.
- It's too thin.
- You're looking thin.
- You're so thin.
- Tom is thin.
- He was painfully thin.
- This thin book is mine.
- She disappeared into thin air.
- My patience is wearing thin.
- His shoes are wearing thin.