Betekenis van:
timber

timber
Zelfstandig naamwoord
  • hout om te timmeren
  • a post made of wood

Hyperoniemen

timber
Zelfstandig naamwoord
  • grond met bos of geschikt voor bos
  • land that is covered with trees and shrubs

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

timber
Zelfstandig naamwoord
  • speciale klank v.e. geluid; klankkleur; klankkleur; klank
  • (music) the distinctive property of a complex sound (a voice or noise or musical sound)

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

timber
Zelfstandig naamwoord
  • bos
  • land that is covered with trees and shrubs

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

timber
Zelfstandig naamwoord
  • houtwaren
  • a post made of wood

Hyperoniemen

timber
Zelfstandig naamwoord
  • zaaghout
  • a post made of wood

Hyperoniemen

timber
Zelfstandig naamwoord
    • a beam made of wood

    Hyperoniemen

    Hyponiemen

    timber
    Zelfstandig naamwoord
      • the wood of trees cut and prepared for use as building material

      Synoniemen

      Hyperoniemen

      Hyponiemen


      Voorbeeldzinnen

      1. Canada abounds in timber.
      2. Large amounts of timber are used in paper making.
      3. The sawyer brought some timber over to the cooper's shop, but the cooper is still waiting on the hooper. The chandler is doing fine, though.
      4. TIMBER
      5. Timber
      6. Timber products
      7. Mining timber
      8. TIMBER EXPORTERS
      9. round logs, timber and timber products;
      10. Myanma Timber Enterprise aka Myanma Timber Enterprise
      11. Timber-impregnation services
      12. Detection apparatus for timber
      13. supplies of timber;
      14. logging and timber processing;
      15. Timber harvesting services