Betekenis van:
tit

tit
Zelfstandig naamwoord
  • tepel v.e. zoogdier
  • the small projection of a mammary gland

Synoniemen

Hyperoniemen

tit
Zelfstandig naamwoord
  • verbindingsbuisje
  • the small projection of a mammary gland

Synoniemen

Hyperoniemen

tit
Zelfstandig naamwoord
  • uitmonding v.d. melkklieren
  • the small projection of a mammary gland

Synoniemen

Hyperoniemen

tit
Zelfstandig naamwoord
    • small insectivorous birds

    Synoniemen

    Hyperoniemen

    Hyponiemen

    tit
    Zelfstandig naamwoord
    • smeernippel, nippel
    • the small projection of a mammary gland

    Synoniemen

    Hyperoniemen

    tit
    Zelfstandig naamwoord
    • borst, mem, memmen, pram, tiet
    • either of two soft fleshy milk-secreting glandular organs on the chest of a woman

    Synoniemen

    Hyperoniemen


    Voorbeeldzinnen

    1. Outside it's cold as a witch's tit.
    2. Tom insulted me severely, but I gave him tit for tat.