Betekenis van:
touchy

touchy
Bijvoeglijk naamwoord
  • fragiel
  • difficult to handle; requiring great tact
"a touchy subject"

Synoniemen

Hyperoniemen

touchy
Bijvoeglijk naamwoord
  • tactvol; kies, tactvol; delicaat
  • difficult to handle; requiring great tact
"a touchy subject"

Synoniemen

Hyperoniemen

touchy
Bijvoeglijk naamwoord
  • van porselein
  • difficult to handle; requiring great tact
"a touchy subject"

Synoniemen

touchy
Bijvoeglijk naamwoord
  • subtiel; fijngevoelig; tactvol
  • difficult to handle; requiring great tact
"a touchy subject"

Synoniemen

touchy
Bijvoeglijk naamwoord
  • gevaarlijk; netelig; moeilijk; moeilijk, lastig; onzeker
  • difficult to handle; requiring great tact
"a touchy subject"

Synoniemen

Hyperoniemen

touchy
Bijvoeglijk naamwoord
  • niet bestand tegen ruwe behandeling of bejegening
  • difficult to handle; requiring great tact
"a touchy subject"

Synoniemen

touchy
Bijvoeglijk naamwoord
  • kittelig, kittelachtig
  • difficult to handle; requiring great tact
"a touchy subject"

Synoniemen

touchy
Bijvoeglijk naamwoord
    • quick to take offense

    Synoniemen


    Voorbeeldzinnen

    1. Tom is touchy.
    2. She's really touchy about her new braces.
    3. On a first date, it's best to steer clear of touchy subjects.