Betekenis van:
trickery

trickery
Zelfstandig naamwoord
  • gebruik van trucs
  • the use of tricks to deceive someone (usually to extract money from them)

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

trickery
Zelfstandig naamwoord
  • bedrog
  • the use of tricks to deceive someone (usually to extract money from them)

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

trickery
Zelfstandig naamwoord
  • gemene streek; gemene streek; rotstreek; gemene streek; gemene streek; gemene streek
  • verbal misrepresentation intended to take advantage of you in some way

Synoniemen

Hyperoniemen

trickery
Zelfstandig naamwoord
  • doorzichtig bedrog; bedrog
  • the use of tricks to deceive someone (usually to extract money from them)

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

trickery
Zelfstandig naamwoord
  • iets onbekends
  • verbal misrepresentation intended to take advantage of you in some way

Synoniemen

Hyperoniemen

trickery
Zelfstandig naamwoord
  • gegoochel
  • verbal misrepresentation intended to take advantage of you in some way

Synoniemen

Hyperoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. This is Cao Cao's trickery.
  2. Say, expecting fraud and trickery: Daughter, laughter and Terpsichore,
  3. What sort of trickery do you have in store for me tonight?
  4. Exercise caution in your business affairs, for the world is full of trickery.