Betekenis van:
tripod

tripod
Zelfstandig naamwoord
  • standaard voor een camera; statief met drie poten
  • a three-legged rack used for support

Hyperoniemen

Hyponiemen

tripod
Zelfstandig naamwoord
  • houten drie- of vierpotige stellage met dwarsstokken
  • a three-legged rack used for support

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. Tom bought a camera and tripod.
  2. But mind trivial and vial, Tripod, menial, denial.
  3. Use the apparatus only with the cart, tripod, bracket or table specified by the manufacturer, or sold with the apparatus.