Betekenis van:
tunic

tunic
Zelfstandig naamwoord
  • schilachtig omhulsel van een bol
  • an enveloping or covering membrane or layer of body tissue

Synoniemen

Hyperoniemen

Hyponiemen

tunic
Zelfstandig naamwoord
  • tunica
  • any of a variety of loose fitting cloaks extending to the hips or knees

Hyperoniemen

Hyponiemen

tunic
Zelfstandig naamwoord
  • uniformjas
  • any of a variety of loose fitting cloaks extending to the hips or knees

Hyperoniemen

Hyponiemen

tunic
Zelfstandig naamwoord
  • tunica
  • any of a variety of loose fitting cloaks extending to the hips or knees

Hyperoniemen

Hyponiemen

tunic
Zelfstandig naamwoord
  • gympakje, gymnastiekpakje
  • any of a variety of loose fitting cloaks extending to the hips or knees

Hyperoniemen

Hyponiemen


Voorbeeldzinnen

  1. I like to wear a tunic.
  2. The tunic has a raw cut hem.