Betekenis van:
unceasing

unceasing
Bijvoeglijk naamwoord
  • altijddurend; altijddurend
  • uninterrupted in time and indefinitely long continuing
"man's unceasing warfare with drought and isolation"

Synoniemen

Hyperoniemen

unceasing
Bijvoeglijk naamwoord
  • nooit ophoudend
  • uninterrupted in time and indefinitely long continuing
"man's unceasing warfare with drought and isolation"

Synoniemen

Hyperoniemen

unceasing
Bijvoeglijk naamwoord
  • niet gebroken
  • uninterrupted in time and indefinitely long continuing
"man's unceasing warfare with drought and isolation"

Synoniemen

Hyperoniemen

unceasing
Bijvoeglijk naamwoord
  • onophoudelijk; voortdurend; doorlopend; aanhoudend; blijvend
  • uninterrupted in time and indefinitely long continuing
"man's unceasing warfare with drought and isolation"

Synoniemen

unceasing
Bijvoeglijk naamwoord
  • onbeperkt, onbegrensd, ongelimiteerd, onuitputtelijk
  • uninterrupted in time and indefinitely long continuing
"man's unceasing warfare with drought and isolation"

Synoniemen

unceasing
Bijvoeglijk naamwoord
    • continuing forever or indefinitely

    Synoniemen