Betekenis van:
unfastened

unfastened
Bijvoeglijk naamwoord
    • not closed or secured
    "the car door was unfastened"
    "unfastened seatbelts"
    unfastened
    Bijvoeglijk naamwoord
      • not tied

      Synoniemen

      unfastened
      Bijvoeglijk naamwoord
      • openstaan
      • affording unobstructed entrance and exit; not shut or closed

      Synoniemen

      unfastened
      Bijvoeglijk naamwoord
        • not buttoned

        Synoniemen

        Werkwoord


        Voorbeeldzinnen

        1. She didn't notice one of her buttons unfastened.