Betekenis van:
wedding
wedding
Zelfstandig naamwoord
- trouwfeest; feest ter gelegenheid v.d. bruiloft; feest behorend bij een bruiloft; feest behorend bij een bruiloft
- a party of people at a wedding
Synoniemen
Hyperoniemen
wedding
Zelfstandig naamwoord
- huwelijkssluiting
- the act of marrying; the nuptial ceremony
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
wedding
Zelfstandig naamwoord
- bruiloft
- a party of people at a wedding
Synoniemen
Hyperoniemen
wedding
Zelfstandig naamwoord
- huwelijksplechtigheid, trouwplechtigheid
- the act of marrying; the nuptial ceremony
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
wedding
Zelfstandig naamwoord
- trouwdienst
- the social event at which the ceremony of marriage is performed
Synoniemen
Hyperoniemen
wedding
Zelfstandig naamwoord
- huwelijksleven
- the act of marrying; the nuptial ceremony
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
Werkwoord
Voorbeeldzinnen
- When's the wedding?
- Their wedding is tomorrow.
- How was the wedding?
- Their wedding announcement is exquisite.
- So our wedding wasn't good?
- You forgot our wedding anniversary.
- We called off the wedding.
- The wedding was put off.
- Their wedding day went unnoticed.
- It was a beautiful wedding.
- Mary often imagines her wedding.
- Their wedding will be tomorrow.
- She approved of the wedding.
- It might be a wedding.
- They advanced the wedding date.