Betekenis van:
wily

wily
Bijvoeglijk naamwoord
  • niet openlijk; geniepig
  • marked by skill in deception
"a wily old attorney"

Synoniemen

Hyperoniemen

wily
Bijvoeglijk naamwoord
  • listig, doortrapt
  • marked by skill in deception
"a wily old attorney"

Synoniemen

Hyperoniemen

wily
Bijvoeglijk naamwoord
  • ondeugend en grappig; guitig; guitig; schelms; schalks
  • marked by skill in deception
"a wily old attorney"

Synoniemen

wily
Bijvoeglijk naamwoord
  • getruct
  • marked by skill in deception
"a wily old attorney"

Synoniemen


Voorbeeldzinnen

  1. I know him, a wily, cheeky lad.
  2. A wily hunter, Christopher Columbus once donned a red riding hood and went into the forest. Without a doubt, he attracted the Big Bad Wolf, grabbed him, and dragged the screaming wolf back to his ship.